Hagia Sophia van Kiëv

Hagia Sophia van Kiëv

Jaroslav I de Wijze (reg. 1019-1054) kijkt ernstig in de verte op het biljet van 2 grivna, de munteenheid van Oekraïne. Als vorst van het Kiëvse Rijk voerde hij oorlogen, stichtte hij steden en gaf hij in de eerste helft van de elfde eeuw de opdracht voor de bouw van de Hagia Sophia in Kiëv. Deze kerk staat weergegeven op de andere zijde van het bankbiljet; misschien is het dus wel het belangrijkste wapenfeit van de heerser. Een dat de eeuwen heeft overleefd in ieder geval. De naam van de kerk betekent ‘Heilige Wijsheid’ en is een verwijzing naar de gelijknamige kerk in Constantinopel. Hiermee uitte Jaroslav dat hij een belangrijke positie voor ogen had voor de stad Kiëv als hoofdstad van zijn rijk: het nieuwe Constantinopel. Bovendien dankte de heerser God met de Hagia Sophia, dat Kiëv gespaard was gebleven bij een invasie in 1024.

De achterzijde van het biljet geeft een idee hoe het gebouw er in de elfde eeuw uit moet hebben gezien. Opvallend is de centrale koepel die hoog boven de twaalf andere uittorent.

Het gebruik van dit soort koepels in de kerkelijke architectuur komt uit het Byzantijnse Rijk, zoals van de Hagia Sophia van Constantinopel, nu Istanbul (zie boven). In Kiëv is daar een eigen interpretatie aan gegeven. Naast het ruime aantal koepels heeft het gebouw ook twee zijbeuken aan weerszijden van het middenschip, en deze eindigen beide in een apsis. De kerk werd een model voor veel andere kerken in het Kiëvse Rijk.

Van die middeleeuwse kerk is op het eerste oog tegenwoordig weinig nog te herkennen – aan de buitenkant tenminste. De Hagia Sophia raakte in de eeuwen na de bouw in verval, tot metropoliet Peter Mohyla in 1633 de opdracht gaf om de kerk te herstellen. Deze Mohyla was een sleutelfiguur in de hervormingen van de Oekraïense Orthodoxe Kerk, en ook in de ontwikkeling van een nieuwe architectuurstijl: de Oekraïense (ook wel Hetmanatische of Mazepaanse) barok.

Vergeleken met de barok in het westen van Europa is die in Oekraïne minder overdadig in decoratie en zijn er simpelere vormen, zoals ook duidelijk te zien is bij de Hagia Sophia. De knop- of peervormige koepels zijn vaak in goud, en komen regelmatig voor. Om God te eren werden er maar liefst twaalf aan de kathedraal toegevoegd. Het complex werd in de zeventiende en achttiende eeuw nog eens uitgebreid met, onder andere, de klokkentoren, de residentie van de metropoliet, een seminarie, en indrukwekkende poorten.

Ongeveer eenderde van de decoratie is binnen bewaard gebleven. Die bestaat uit mozaïeken in de centrale apsis en de centrale koepel en uit schilderingen in de rest van het gebouw. Vladimir de Grote, de vader van Jaroslav introduceerde het christendom laat in de tiende eeuw. In Kiëv bestond toen nog geen christelijke kunsttraditie, daarom is de versiering van de Hagia Sophia geijkt op Byzantium: zoals gebruikelijk is Christus Pantokrator in de centrale koepelmozaïek afgebeeld.

In de centrale apsis van de kerk is een enorme Maagd weergegeven. Ze is gekleed in een blauw gewaad, met een lange mantel die haar hoofd bedekt en over haar schouders valt. Ze kijkt ons strak aan en heeft haar handen omhooggestoken met de palmen naar ons toe. Deze pose noemen we een orantehouding, van het Latijnse woord voor bidden (orans). Deze gebedshouding is vaak te zien in vroegchristelijke kunst, bijvoorbeeld in de catacomben bij Rome. In het oostelijke christendom groeide de pose uit tot een populaire manier om Maria af te beelden. Het belang van de Moeder Gods was in het Byzantijnse Rijk en gebieden die onder Byzantijnse invloed stonden in de elfde eeuw wijder verspreid dan in het westen.

Onder Maria staan twee Jezussen met de apostelen bij een altaar. Het is de ‘apostelcommunie’ die in Byzantijnse en post-Byzantijnse iconografische programma’s onder de apsismozaïek voorkomt. De apostelen krijgen brood en wijn van Jezus zelf en het motief kwam in de zesde eeuw al voor. Met Christus in de koepelmozaïek, Maria in de centrale apsis en de apostelcommunie eronder volgt de Hagia Sophia het gebruikelijke Byzantijnse decoratieprogramma, zij het in een Slavisch Rijk dat de keuze maakte om het orthodoxe christendom aan te nemen.

De Hagia Sophia in Kiëv is een symbool van de stad en voor Oekraïne. Het gebouw staat sinds 1990 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO en is verkozen tot een van de wonderen van Oekraïne. In haar lange geschiedenis heeft de kerk berovingen, aanvallen, branden en oorlogen doorstaan. Tot op heden dan. Want erfgoed is, net als mensen, zeer kwetsbaar.

Kazimir Malevitsj werd in 1878 geboren in Kiëv, dat toen in tsaristisch Rusland lag. Hij was de bedenker van het suprematisme, de stroming die ‘boven alle andere uitsteeg’. Klik op de foto hierboven voor een korte video over deze grootheid van de avant-garde in Rusland en daarbuiten.