De dom van Florence

De dom van Florence

In het plaveisel naast de dom van Florence is een weinig opvallende ronde gedenkplaat te zien en een leuk weetje uit de geschiedenis is eraan verbonden. Dit stukje marmer herinnert aan een bijzonder zware onweersstorm in 1601, toen de bliksem insloeg op het hoogste punt van het kerkgebouw. De gouden bol die zich daar bevond raakte los, begon een vrije val en kwam op de plek terecht waar die plaat ligt. De Florentijnen zouden geen Florentijnen zijn als ze die bol zo snel mogelijk weer terug op hun kathedraal hadden geplaatst, waar die – zonder verdere onderbrekingen – nog steeds bovenaan prijkt. Naast dit incident is er volop te vertellen over de kathedraal van Florence, die daar al eeuwen het stadsbeeld bepaalt.

De geschiedenis van de dom van Florence begint ver voordat het huidige gebouw werd opgetrokken. De kerk die er stond was gewijd aan Reparata, een vroegchristelijke heilige en werd pas de zetel van de bisschop toen de relieken van Sint Zenobius (de eerste bisschop van Florence) er geplaatst werden. Nog steeds zijn de restanten van dit gebouw te zien; in de twintigste eeuw zijn er namelijk opgravingen uitgevoerd waardoor een deel van de Santa Reparata weer te bezoeken is.

In de elfde en twaalfde eeuw werd het baptisterium (doopkapel) opgetrokken, als vervanging van een ouder, en waarschijnlijk inmiddels te klein gebouw. De geheel met wit en groen marmer beklede kapel is gewijd aan San Giovanni (Johannes de Doper) en heeft acht zijden. Die zijden staan in de christelijke symboliek voor de eeuwigheid en een nieuw leven, want wie gedoopt wordt, start haar of zijn leven op dat moment als christen. Dopen deed men in Florence vroeger slechts twee keer per jaar met hele groepen tegelijk.

Gedurende de late middeleeuwen groeide Florence in welvaart en omvang. Aan het einde van de dertiende eeuw was men van mening dat de Santa Reparata te klein was geworden, ten minste voor de ambities van de burgers van de stad. De architect Arnolfio di Cambio, die ook andere gebouwen in de stad had ontwerpen, begon aan de constructie van een nieuwe, veel grotere kathedraal. Het werk eraan zou uiteindelijk meer dan 140 jaar zou gaan duren.

Een van de redenen waarom de bouw zo lang duurde was omdat men bedacht dat het geplande gebouw eigenlijk nog aan de kleine kant was. Het plan werd groter van opzet. De koepel, die boven het transept van de dom moest komen zou daardoor vele malen groter worden. Zo groot zelfs, dat men jarenlang geen idee had hoe die gebouwd moest worden; dat waren zorgen voor morgen. Wél werd in de veertiende eeuw de imposante klokkentoren voltooid.

Aan het begin van de vijftiende eeuw kon er aan de koepel worden begonnen, ware het niet dat er nog een oplossing gevonden moest worden voor dat probleem. Er kwam een prijsvraag die de architect Filippo Brunelleschi won. Het lukte hem om zonder een formeel te bouwen, dat wil zeggen een soort houten vulling waarop men dit soort koepels bouwde. Er zou niet genoeg hout voor zijn in Toscane. Zijn ontwerp was een koepel van twee schillen van baksteen, die veel lichter is dan natuursteen. Die stenen werden in visgraatmotief gemetseld, zodat het bouwsel zichzelf ondersteunde. Ook kwamen er zichtbare verticale ribben aan de buitenkant en horizontale steunbalken. De bouw duurde zestien jaar.

Die koepel moest natuurlijk versierd worden aan de binnenkant. In eerste instantie werd gedacht aan een mozaïek, dat zou prachtig werken met het licht dat door de hoge ramen valt. Dat idee is echter nooit uitgevoerd, onder andere omdat men dacht dat het nog wel eens te zwaar zou zijn . Tegenwoordig kunnen we genieten van een kunstwerk van Giorgio Vasari en Federico Zuccharo, in fresco, een veel lichtere techniek.

Toen het geheel af was werd de kathedraal van Florence eindelijk ingewijd door Paus Eugenius IV en gewijd aan de Santa Maria del Fiore, de Heilige Maria van de bloem. In 1472 werd vervolgens nog de lantaarn op de koepel geplaatst, een plek waar toeristen een prachtig uitzicht op Florence en de wijde omgeving hebben.

In de veertiende eeuw was aan de versiering van de gevel van de dom begonnen. Er was door verschillende kunstenaars aan gewerkt, maar alleen het onderste deel was voltooid. Later werd zelfs dat afgebroken. In de negentiende eeuw werd er een prijsvraag uitgeschreven voor die kale façade. De reden was dat Florence vanaf 1865 enkele jaren hoofdstad van Italië was, tot Rome dat werd in 1871. De gevel waar we nu naar kunnen kijken is van Emilio de Fabris, die een uitbundig neogotisch resultaat heeft neergezet. Bijna 600 jaar nadat de eerste steen werd gelegd kreeg de Santa Maria del Fiore, de trots van Florence, eindelijk de gevel waar ze al zo lang op wachtte.

Ziet u de kathedraal van Florence al op deze fresco? Daarop staat ook een van de beroemdste Florentijnen: Dante Alighieri. Hij werd echter uit de stad verbannen en ligt nog steeds begraven in Ravenna. Klik op de afbeelding hierboven voor een korte video over waar u Dante in de kunst van Florence wél kunt vinden.