Starchitects

Starchitects

Als je sterallures hebt, lust je enkel de blauwe smarties, speel je alleen op vleugels met een oneven serienummer en eis je dat er gele fresia’s staan op elke tafel waar je aan gaat zitten. Je bent immers zo beroemd dat ze alles van je pikken. In de architectuur is de term ‘starchitect’ gemunt voor bouwmeesters van wie alles met een staande ovatie wordt onthaald, zelfs als er gerede kritiek is. Het woord is een samentrekking van het Engelse ‘star’ en architect. En laten we toegeven dat de Philharmonie de Paris van Jean Nouvel schittert als een ware ster aan de zoom van Parijs die nu hip, hot and happening is. Laten we in dit bericht eens kijken naar de sterren onder de bouwmeesters en of ze altijd zo onbesproken aan het artistieke firmament schijnen.

Wat een beroemde bouwmeester met een gewaagd ontwerp vermag, illustreert het geval van Bilbao, ooit de slaperige hoofdstad van Spaans Baskenland. Met de komst van het Museum Guggenheim in 1997 kwam Bilbao op het netvlies van reizigers te staan. Dat is geen wonder. Het Guggenheim van de Amerikaanse architect Frank Gehry is een sculptuur waar je niet omheen kunt kijken. De zilverachtige huid van de glooiende gebouwdelen weerkaatsen het licht in verschillende tinten. Binnen en buiten vindt de bezoeker vooral werken van Beroemde Kunstenaars, zoals Louise Bourgeois, Niki de Saint-Phalle en Richard Serra. Gehry’s sculpturale Guggenheim stuwde de stad zo voort in de vaart der volkeren, dat er zelfs een term voor is gemunt: het Bilbao-effect.

Rond Parijs verrijst in de laatste jaren een veelheid aan moderne en opvallende gebouwen. Jean Nouvel tekende voor het nieuwe, glimmende concertgebouw (zie eerste foto) dat in 2015 werd geopend. Elders, in het Bois de Boulogne, werd al een jaar eerder de Fondation Louis Vuitton in gebruik genomen. Of is ‘onthuld’ een beter woord? Op de maquette (foto links) ziet u dat het gebouw namelijk een combinatie is van architectuur en beeldhouwkunst. Het is in wezen een compositie van schalen en schilden. Het luxe modemerk wilde een waardige behuizing voor de kunstcollectie, ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen en een mooi uitzicht over de stad. De architect was wederom Frank Gehry.

In Berlijn had men na 1989 een inhaalslag te maken. De stad werd na de hereniging van Oost en West-Duitsland weer hoofdstad en de grootste bouwput van Europa. Het ene na het andere grote project verrees er veelal op het litteken waar de Berlijnse Muur had gestaan. Daniel Libeskind, nog zo’n veel gevraagde architect, ontwierp het Jüdisches Museum dat in 2001 opende. Libeskind werd in 1946 geboren in het Poolse Łódź en emigreerde naar de Verenigde Staten. Scherpe hoeken en diagonalen kenmerken zijn ontwerpen, zoals op de gevel hierboven goed te zien.

Binnen leidt dat tot een sfeer die weinig warmte en geborgenheid uitstraalt en zelfs ietwat agressief oogt (foto links).

Het kan ook anders. Het Finse bureau Lahdelma & Mahlamäki was nog relatief onbekend toen het in 2013 het museum voor de geschiedenis van de Poolse Joden in Warschau opleverde (foto rechts). Polin, zoals de instelling heet, heeft door de kleur en de vormen juist een warme uitstraling die en het museum verwelkomt de bezoeker op een fijne manier. En de architecten? Die kregen prijzen en opdrachten.

De buurt Meatpacking District in New York was eind vorige eeuw verpauperd en veel onroerend goed stond op de slooplijst, waaronder een verhoogde treinverbinding, waar al decennia geen trein meer reed. Deze High Line bleef toch staan en opende vanaf 2009 stukje bij beetje als een wandelpark van 2,5 km. Hierboven is het op de voorgrond te zien. Het werd een hit, want de High Line trekt miljoenen bezoekers per jaar. Wie eroverheen loopt, neme de bingokaart van Grote Architecten mee.

Er kwamen tal van kantoren en culturele instellingen. Tot die laatste behoort The Shed van Diller, Scofidio + Renfo en de Rockwell Group. Het is het zilvergrijze gebouw met al die driehoeken in de gevel op de foto hierboven. Maar nu komt het. De acht bouwlagen hoge gevel staat op wielen en kan desgewenst verrijden, zodat de bezoekers opeens in de buitenlucht staan.

En wat dacht u hiervan? In 2019, hetzelfde jaar als The Shed, werd The Vessel opgeleverd (foto links). Thomas Heatherwick ontwierp aan het einde van de High Line een passende uitsmijter: een opengewerkte glimmende trap van 46 meter hoog die het midden houdt tussen een uitkijkpunt, een gebouw en een sculptuur. Een duidelijk omschreven doel heeft The Vessel niet. Het is. Dat volstaat. Aan de andere kant van de High line staat het in 2015 opgeleverde Whitney Museum of American Art van de beroemde Italiaan Renzo Piano.

Onderweg van The Vessel naar het Whitney van flaneert men over de groene, überhippe en behoorlijk drukke High Line aan een line-up van starchitects voorbij. Jean Nouvel en Frank Gehry zijn vertegenwoordigd en ook Zaha Hadid, die tekende voor het appartementencomplex o de foto rechts. Typerend voor Hadid zijn de langgerekte, afgeronde vormen. Let ook eens op hoe de verdiepingen ten opzichte van elkaar verspringen. Hadid maakte de oplevering van het gebouw in 2017 niet meer mee, ze overleed het jaar ervoor.

Er bestaat geen Nobelprijs voor de architectuur, maar er is wel een prijs die ermee vergeleken kan worden: de Pritzker. Een keer per jaar wordt een laureaat (of een duo of trio) bekendgemaakt. Gehry, Nouvel, Piano en Hadid hebben allemaal de Pritzker gekregen.

Ook de Franse architect Christian de Portzamparc heeft de Pritzker in de prijzenkast staan. In zijn geboortestad Casablanca zette hij in 2020 het Grand Théâtre neer. Voor de Portzamparc bestaat de uitdaging om historische verwijzingen te maken zonder historiserend te bouwen. In Casablanca zit dat in de grote poort, want in de Marokkaanse architectuur zijn poorten traditioneel de gebouwen die veel nadruk en aandacht genieten. De Portzamparc ontwierp er een zonder een oude stadspoort letterlijk te kopiëren.

De Japanner Tadao Ando is een andere Pritzker-laureaat. Zijn gebouwen springen niet in het oog, omdat hij ze zo in het landschap componeert dat het landschap niet wordt overvleugeld. Wie zou vermoeden dat de Langen Foundation bij Düsseldorf grote en hoge tentoonstellingsruimtes herbergt? Ando zorgt er bovendien voor dat de bezoeker als het ware begeleid wordt: ze loopt onder kersenbomen langs het water, ziet het gebouw erin weerspiegelen en gaat dan pas de glazen pui (rechts op de foto) in.

Zijn ze er ook in Nederland? Ja. Daniel Libeskind ontwierp het Amsterdamse Namenmonument, Christian de Portzamparc werkte mee aan het stadscentrum van Almere en van Renzo Piano hebben we het Nemo. Museum Kröller-Müller wil de uitbreiding uitbesteden aan niemand minder dan Tadao Ando.

 

In het rijtje van bouwmeesters met een ware sterrenstatus mag Santiago Calatrava niet ontbreken. Wij reisden voor u naar vijf steden in vier landen voor de bovenstaande video over een geliefde architect.